Schoenen & IJzers

SCHOENEN EN IJZERS
De bochten van een shorttrackbaan zijn veel scherper dan op een 400-meterbaan, waardoor het meer moeite kost om niet uit de bocht te vliegen. Om dit makkelijker te maken zijn de ijzers van shorttrackschaatsen schuin en uit het midden onder de schaats geplaatst. Daarnaast zijn de ijzers met speciale apparatuur licht gebogen (‘kromming’), zodat rijders ook in de bocht voldoende grip hebben. Ook zijn de ijzers aan de onderkant ronder dan ‘gewone’ langebaanschaatsen. De bijbehorende schoenen zijn veel steviger, om zo meer steun te bieden in de bochten.

WELKE MAAT BUIZEN HEB IK NODIG?
De lengte van de buizen is voor shorttrack van groot belang. Hieronder vind je wat richtlijnen:

Schoenmaat Lengte buis

< 27 13
28-29 13,5
30-31 14
32-33 14,5
34-35 15
36-37 15,5
38-39 16
40 16,5
41-42 17
43-44 17,5
45-46 18
47 18,5

De lengte in inches is voor de gehele buis, dus niet alleen het glijvlak.

Voor lange rijders (in verhouding tot de schoenmaat) is het aan te raden een buis te nemen die 1 inch langer is.

Voor kleine rijders is 1 inch korter aan te raden.

Rijders met een goede techniek kunnen een buis gebruiken die 1 inch langer is.

Beginners kunnen het best een buis gebruiken die 1 inch korter is.

Sprinters met een hoge slagfrequentie kunnen ook een 1 inch langere buis gebruiken.

Stayers met een lagere slagfrequentie kunnen een 1 inch kortere buis gebruiken.

KR IJZER
Bij een KR ijzer zijn de potten 2 cm naar achteren geplaatst (bij 1/2 KR is dat 1 cm). Sommige rijders willen wat meer ijzer aan de voorkant van hun schaats. Zo val je minder snel over de (langere) punt. Bij gebruik van een skeelerschoen (met steek 165) is voor maat 36 en 37 1/2 KR aan te raden, vanaf maat 38 één heel KR. Dit komt omdat de bevestigingspunten bij een skeelerschoen meer naar achteren zitten. Zonder KR ijzer zou je te veel ijzer achter je hiel en te weinig voor je teen hebben. Gevolg een val voorover. De meeste (niet alle merken) shorttrackschoenen hebben de bevestiging meer in het midden van de schoen.

STEEK
De steek is de afstand tussen de twee bevestigingspunten tussen schoen en ijzer. Shorttrackschoenen en -buizen hebben een standaard steek van 165 mm. Oudere skeelerschoenen en kinderskeelerschoenen tot maat 36 hebben dat ook. Tegenwoordig is het bij skeeleren meestal 195 mm zodat deze schoen onbruikbaar is voor shorttrack. Koreanen hebben voor de allerjongste kinderen een nóg kleinere steek op de shorttrackschoen (150 of 140 mm) zodat de bevestigingspunten wat minder aan de uiteinden van de schoen komen te zitten. (165 mm is al bij maat 31 vrijwel aan de uiteinden van de schoen, bij kleinere maten dan 31 past 165 niet.) Amerikaanse skeelerschoenfabrikanten hebben dat kortere systeem ook bij kindermaten. In die landen is dan ook veel volume in de kleinere maten. De ijzers/potten zijn uiteraard ook uitgevoerd in die kleinere steek. Veel skeelerschoenen hebben een lengtesteek die kan variëren van 150 tot 165 mm zodat een Koreaanse 150 mm buis er netjes op past en de jongste kinderen goed druk kunnen zetten op het ijs.